Oppositiepartij GroenLinks heeft een wetsvoorstel voor een CO2-heffing voor de grote industrie gepresenteerd.

De invoering van zo’n belasting voor de grote vervuilers is voor de linkse partij een belangrijke voorwaarde voor steun aan de regeringscoalitie, die bij de komende verkiezingen haar meerderheid in de Eerste Kamer lijkt te verliezen.

GroenLinks-leider Jesse Klaver stelde de wet voor op een speciale bijeenkomst in Den Haag. Die CO2-belasting moet er komen als het kabinet met GroenLinks tot een politiek akkoord over het klimaat wil komen, aldus Klaver. Hij rekent erop dat de coalitie na de verkiezingen in maart niet langer om zijn partij heen kan.

De wet regelt dat grote industriële bedrijven een heffing gaan betalen voor elke ton CO2 die zij uitstoten. Het tarief loopt op van 25 euro in 2020 tot 100 euro vanaf 2030 en 200 euro vanaf 2050. Met een deel van de opbrengst kan de energierekening voor burgers worden verlaagd door de teruggave energiebelasting te verhogen.

Klimaatdoelen

Op dit moment heeft de coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie de kleinst mogelijke meerderheid van 38 zetels in de Eerste Kamer. Klaver verwacht dat de coalitie die meerderheid verliest bij de Provinciale Statenverkiezingen in maart, en denkt niet dat Rutte de benodigde steun bij andere oppositiepartijen kan vinden.

Het kabinet heeft tot op heden niet voor een CO2-belasting gekozen omdat het de concurrentiepositie van het bedrijfsleven zou schaden. GroenLinks en ook de PvdA stellen daartegenover dat een CO2-belasting het behalen van de gestelde klimaatdoelen gemakkelijker zou maken.

Volgens Jesse Klaver zou de CO2-belasting in 2021 ruim 2 miljard euro opleveren, en zou dit bedrag besteed kunnen worden aan het verlagen van de energierekening van burgers.

LEES OOK: 8 manieren waarop een no deal-Brexit Nederlandse bedrijven snoeihard kan raken